Deze kleine vink komt veel voor in velden en parken, waar hij vaak wordt aangetroffen op distels (de Latijnse naam komt van Carduus, een geslacht van distels) en kaardebollen, om zich te voeden met de zaden. De harde rode veren op de kop beschermen het voorhoofd en de ogen tegen scherpe doornen en twijgen terwijl ze zich voeden met de distels. Nigerzaad en kaardebollen kunnen in tuinen putters aantrekken, vooral als er geen velden in de buurt zijn met distels en paardenbloemen, maar ze voeden zich ook met zonnebloemharten. De vogel is opvallend kleurrijk met zijn mengeling van rood, zwart, wit en geel. De geslachten zijn gelijk.
Vanwege de distelzaden die hij eet, wordt de distelvink in de christelijke symboliek geassocieerd met het lijden van Christus en zijn doornenkroon. Het puttertje, dat voorkomt op afbeeldingen van de Madonna en het Christuskind, vertegenwoordigt de voorkennis die Jezus en Maria hadden over de kruisiging.
Vroeger werd dit aantrekkelijke vogeltje vaak als kooivogel gehouden, ook vanwege zijn aangename en levendige zang. Hoe het puttertje werd gehouden, is te zien op het beroemde schilderij 'Het puttertje' van de Nederlandse meester Carel Fabritius (1622-1654). De naam 'puttertje' is de officiële Nederlandse naam voor de vogel. 'Putten' betekent water halen uit een waterbron. Blijkbaar kon de behendige vogel leren zijn eigen water op te tillen met een kleine emmer. De Vliegende Putter komt oorspronkelijk uit Europa, Noord-Afrika en West- en Centraal-Azië.

De kit:
Let op: twee houten spiesen zijn essentieel om de constructie van de vleugels aan het lichaam steviger te maken. Zie foto.

 Het model bevat 2 vellen in full colour die op normaal 120 grams papier gedrukt moeten worden.
 De kit bevat ook 5 vellen met instructies die niet hoeven te worden afgedrukt.